Foto: Burgermeester van Zoetermeer Michel Bezuijen met het proefexemplaar van Afwijkend en toch zo gewoon, tijdens een beurs van The Next Step.
Deze beurs ging onder andere over Speciaal onderwijs en dagbesteding. Leerlingen konden kennis maken met verschillende beroepen en met dagbesteding, om zich te oriënteren.

Met speciaal onderwijs heb ik veel ervaring. Over die ervaringen vertel ik onder andere tijdens mijn lezing op 8 december. Het doel is om betere perspectieven te bieden voor kinderen met diagnoses als ADHD, Autisme en Dyslexie.

https://afwijkend-en-toch-zo-gewoon.nl/wp-content/uploads/2022/12/aankondiginglezingenavond8december2022Zwolle-1.pdf


Tijdens deze avond zal ik ook Afwijkend en toch zo gewoon presenteren.
Zo’n avond doet iets met je. Ik heb meegemaakt dat een jongvolwassene, een vriend van Peggy, die begeleid woonde, zich eerst niet gezien voelde door de begeleiding. Hij voelde zich onvrij en bepaald. Het was niet gelijkwaardig.
Na de lezingenavond kon hij voor zichzelf gaan staan. De verstandhouding met de begeleiding veranderde positief. Hij voelde zich meer serieus genomen en voelde zich meer vrij. Hij kon nu in gesprek gaan met de begeleiding.


Als je gelooft in je eigen waarneming en je eigen kunnen, kun je ver komen. In ieder geval veel verder dan als je je laat bepalen door aangeprate beperkingen.
Uiteraard is mijn autisme niet makkelijk.
Het kost me veel denkkracht om sociale contacten aan te gaan. Toch had ik behoefte aan vriendschap, net als iedereen.


Op de basisschool heb ik ook vriendschappen gekend, waarbij er ook vaak een vriendinnetje bij mij over de vloer kwam of ik bij haar. Dat is het voordeel van in je eigen buurt naar school gaan.
Tot mijn tiende kon ik op mijn school in de buurt blijven, dankzij een warme, betrokken en duidelijke juf. Zij vormde een baken. Het was een relatief onbezorgde tijd, ik kreeg ook vrienden.
In de bovenbouw werd ik gepest en buitengesloten. Toen wilde ik naar een andere school, maar ik werd geweigerd door scholen, door mijn diagnose autisme.
De enige mogelijk scheen een cluster 4 school te zijn.
Eerst voelde ik me meer op mijn plaats. Ik werd niet (structureel) gepest en genoot van de humor van klasgenoten.
Ook was de school kleinschaliger dan de basisschool. Aan het begin voelde het best gemoedelijk.
Het speciaal onderwijs bleek traumatisch voor me, om verschillende redenen. Het was een school voor zogenaamd Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen. Zo werden we ook behandeld.
Leerlingen werden de klas uit gesleept als ze maar even iets niet wilden of als ze ergens tegenin gingen. Er zijn zelfs klasgenoten geschopt en geslagen.
Sommige leerlingen waren opstandig en gingen makkelijk de strijd aan, maar niet allemaal.
Het was eigenlijk een soort tuchtschool. Dat is voor niemand goed. Opstandige leerlingen verhardden in hun gedrag, in plaats van tot rust te komen. Kwetsbare en timide leerlingen trokken zich nog meer terug en worden doodsbang.
Door mijn ervaringen heb ik moeite om andere volwassenen te vertrouwen.

Elke dag moest een uur heen en een uur terug per schooldag. Er waren op school wel klasgenoten waarbij ik een vriendschap ontwikkelde, maar die gingen op een gegeven moment van school. Omdat ik niet zelfstandig kon reizen, kon ik hen niet meer zien.
Terwijl de vriendschap nog lang niet ‘over’ was. Die stopte gewoon.
Mijn speciale school heeft me nota bene uitgesloten van een cursus zelfstandig reizen, die andere leerlingen wel mochten volgen. Omdat bij ons toen het Persoonsgebonden Budget nog niet rond was.
Door hun toedoen was ik een van de weinigen die nog aangewezen was op taxi-vervoer.
Ik heb vaak aangegeven dat ik zelfstandig wilde leren reizen.
Mij met die cursus laten meedoen was het laagst hangende fruit waarmee me ze konden helpen. Zelfs dat is niet gebeurd.


Dankzij een ervaren begeleidster, betaald uit Persoons Gebonden Budget, kon ik uiteindelijk leren reizen. Zij werkte pragmatisch. Ging met mij de route naar school oefenen.
Binnen vier maanden kon ik de taxi voorgoed uitzwaaien.
Het is belangrijk om een steunend netwerk van vrienden te hebben. Mensen die in je geloven.
Zij kunnen ook ingangen bieden.
Dat je iets zelfstandig kunt, wil niet zeggen dat je alles alleen hoeft te doen.
Verder is het heel belangrijk om te kijken waar de belangstelling van een kind of jongere liggen.
Kijk naar zijn mogelijkheden in plaats van naar zijn beperking. Dan sla je een veel positievere weg in. Dan biedt je perspectieven op een gelukkig leven en een succesvolle loopbaan.

Gio Vogelaar heeft zelf met ‘moeilijke’ jongeren gewerkt. Hij ontdekte dat als hij naar hen luisterde, hen serieus bam, ze best contact wilden, voor rede vatbaar waren en wilden samenwerken.
Ook hielden ze hem vaak een spiegel voor als hij zijn eigen regels niet naleefde.

Link naar Afwijkend en toch zo gewoon