1150196339_autisme_painting

Deel 2

Inleiding:

In deel een van de column beschreef ik dat ik meeging met een moeder naar een hoorzitting. Zij heeft een klacht ingediend over hoe de school met haar dochter om is gegaan en haar veel ontwikkelingskansen heeft ontnomen.

Volgens de school en de commissie is het slecht voor Gwen dat ze thuis zit. De moeder heeft juist gezien dat Gwen alleen maar op is geknapt, sinds ze niet meer naar deze school hoeft.
Ze is beter gaan leren, praten en haar zelfvertrouwen is gegroeid. Op school daarentegen, sprak ze bijna geen woord en functioneerde ze onder haar niveau.

Sarah-en-Gwen-300x199

Vervolg zitting:

De moeder vertelde hoe leergierig Gwen is, toen de klacht werd besproken dat Gwen veel te laag werd neergezet. Gwen heeft zichzelf leren lezen en schrijven, leest zelfs Engelse boeken en maakt muziek.
Toen stelde de Commissie dat je met één-op-één begeleiding een kind meer kunt stimuleren dan in een groepje. Wat haaks staat op de bewering dat het slecht is voor Gwen dat ze thuis zit.

Er ontstond een discussie over waarom Gwen zonder moeders medeweten, anderhalf jaar lang niet twee maal in de week logopedie had gekregen (zoals vermeld in het behandelplan) maar slechts één keer. De logopediste zei dat de logopedie uitviel wanneer er andere activiteiten gepland waren, zoals bijv. judo.
Wanneer de moeder had geweten dat schoollogopedie gewoon gehalveerd kan worden zonder dat ouders hiervan op de hoogte worden gebracht, dan had ze nooit voor schoollogopedie gekozen, maar Gwen in de vrije sector logopedie laten volgen.
Vervolgens is deze logopediefrequentie nogmaals zonder moeders medeweten gehalveerd, dit ontdekte ze in het dossier van Gwen van de cluster 4 school.
De logopediste vertelde nog dat ze haar dit verteld zou hebben twee maanden na deze frequentieverlaging. Dit is volgens moeder pertinent niet waar. En is het niet zo dat men sowieso voordat een frequentieverlaging intreedt dit eerst met de ouders overlegt?
Uiteindelijk gaf de logopediste schoorvoetend toe dat ze dit niet goed heeft bijgehouden. Zij was de enige die (weliswaar met tegenzin) een fout toegaf.

Zowel ik als Frank (een vriend die mee was), mochten niets vertellen. Al na twee zinnen werd ik afgekapt. De ‘reden’, ik was niet betrokken bij de school (dat ik zelf op zo’n school heb gezeten, deed er niet toe), en je moest stukken van te voren opsturen, anders was er geen wederhoor.
Ook Frank had een pleidooi geschreven.
Terwijl de secretaris van het GCBO in een e-mail had bevestigd dat de mensen die met de moeder meekwamen ook wat mochten zeggen. Hij heeft niets geschreven dat dat van tevoren ingediend moest worden. In zijn mail stond letterlijk dat de voorzitter deze mensen het woord zou geven.

Al tegen het eind van de zitting concludeerde de voorzitter: ‘Dit lijkt me een communicatieprobleem’.
Waarom moest de moeder dan nog wekenlang op de schriftelijke uitslag wachten?
Wat ik erger vind is dat de voorzitter de conclusie tijdens de hoorzitting al klaar had en daarmee een partijdige indruk voor de school wekte.
Aan het allerbelangrijkste ging zowel de school als de commissie voorbij: Dat Gwen ongelukkig was op school en zelfs psychisch achteruit ging. Bovendien kreeg ze geen eerlijke ontwikkelingskansen.

Gwen zou een levenslang trauma hebben opgelopen wanneer ze op de cluster 4 school gebleven was. Dat kan ik uit eigen ervaring zeggen. Ook de moeder is hiervan overtuigd. Gwen zou steeds meer op slot zijn gegaan. Dat kan bijna niet anders. De enige andere overlevingsstrategie in zo’n klimaat, zijn uitbarstingen van opstand.
Ik heb zes jaar op een cluster 4 school gezeten en ben momenteel in behandeling voor post traumatische stress.
Gwen is alleen maar opgebloeid sinds ze niet meer naar de cluster 4 school hoeft. Ze is beter gaan praten, is vrolijker, zelfverzekerder, leert dat het een lieve lust is en lijkt zelfs beter te groeien.

De ontwikkeling en het welzijn van Gwen boeit de commissie niet. De cluster 4 school moet vrijuit gaan, daar offeren ze desnoods de rechten en de toekomst van kinderen voor op.

De moeder heeft Gwen uitgelegd dat de rechter niet eerlijk was, maar dat zij gewoon doorgaan om hun recht alsnog te halen.
Gwen vatte de uitkomst luchtig en sportief op.

Bijlage: Het pleidooi dat ik had willen houden bij de commissie.

“Hoi allen,

Bij deze wil ik een getuigenis geven.

In de zomer 2015 werd ik benaderd door Ine Paulissen. Zij had mijn verhaal gelezen op Internet en vertrouwde me toe dat haar talentvolle dochter van zeven vreselijk werd behandeld op haar Cluster 4 school en dat zij veel te laag werd ingeschat.
Inmiddels had Ine haar dochter van school gehaald. Dit werd ook gedoogd door de leerplichtambtenaar, mede dankzij een kinderpsycholoog van Met GGZ die bevestigde dat het klimaat op school onveilig was.
Het meisje bloeide steeds meer op, nu ze niet meer naar die school hoeft.

Ik heb Gwen samen met haar moeder ontmoet. Meteen zag ik dat Gwen helemaal geen laag niveau heeft. Verre van. Ze heeft een heel heldere blik. Mijn indruk was dat er heel veel in haar zit (intelligentie, talent, bewustzijn), maar dit soms niet goed tot zijn recht komt. Maar als ze zich veilig voelt, komt ze los. Dan gaat ze praten, spelen, dansen.
Ik herkende mezelf in dit meisje.

Op de cluster 4 school sprak ze nauwelijks, vertelde haar moeder. Ze voelde zich niet veilig en sloot zich af voor de omgeving. Psychisch ging ze er ook achteruit. Haar zelfvertrouwen en ook haar schoolresultaten werden minder. Ze dreigde beschadigd te raken.
Doordat ze zich stil hield, deed het personeel vaak alsof ze lucht was.
De moeder vertelde dat ze een paar keer langs was gekomen. Ze trof haar dochter dan aan met een starende blik. De laatste keer was het meisje al een kwartier aan het huilen. Geen van de leerkrachten die aanwezig waren, reageerden.
Toen is Ine naar haar dochter toegegaan en heeft haar getroost. Vanaf toen hoefde Gwen ook niet meer naar school.

Ook heb ik het vermoeden dat de school munt heeft geslagen uit het leed van Gwen dat de school zelf heeft veroorzaakt.
Want waarom heeft de school niets gedaan met de gebruiksaanwijzing die de moeder meegaf over wat haar dochter nodig heeft?

Het is namelijk zo dat een school meer subsidie ontvangt naarmate het kind een zwaardere indicatie heeft.
Voor een kind zonder labels krijgt een school ongeveer 5.000 euro aan subsidie per jaar. Voor een kind met een etiket kan dit oplopen tot meer dan 20.000 euro per jaar.*
Bovendien kan Gwen niet uitgeschreven worden uit de school, zolang ze niet ingeschreven is bij een andere school.
De school blijft dus ‘gewoon’ geld vangen.

Gwen bloeide op (aldus haar moeder) op, nu ze niet meer naar die school hoeft. Ze is beter gaan praten, is vrolijker en ze leert heel veel. Uit vrije wil. Dat zegt toch al genoeg!

De gevolgen van te laag neergezet worden, zoals op de cluster 4 school gebeurde: Geen eerlijke kans krijgen om datgene te leren wat belangrijk voor je is. Er wordt voor je bepaald wat haalbaar is of niet. Als je steeds als zwakbegaafd behandeld wordt, terwijl je normaal begaafd hebt, remt dat de ontwikkeling. De motor van het kind wordt als het ware stilgelegd.

Uit onderzoeken door onafhankelijke deskundigen is gebleken dat Gwens niveau inderdaad veel hoger ligt dan de school beweert. Iets wat de moeder al van binnen wist.
(Ik heb de klacht in zijn geheel gelezen.)

Voor Gwen werd door de school besproken dat Gwen altijd aangewezen zou zijn op zorg. Ze is zeven! Voorlopig hoort ze nog thuis, in haar gezin.
Het is ook nog veel te vroeg om te zeggen welke zelfstandigheid ze zal bereiken als ze volwassen is.

Over mij werd gezegd dat ik 24-uurszorg nodig zou hebben, vanwege mijn slechte functioneren wat deels door school werd veroorzaakt.

Mijn eigen historie.
Op mijn eigen ZMOK-school voelde ik me heel onveilig. Ik had het gevoel dat ik voortdurend geobserveerd werd. Ik durfde niets van mezelf te laten zien en durfde ook niet veel te zeggen.
Ook was er veel intimidatie. Er werd tegen leerlingen geschreeuwd en erger als ze iets niet konden of wilden.

Gelukkig kreeg ik persoonsgebonden budget, wat mijn vader en zijn toenmalige vriendin geregeld hadden. Zo kon Liesbeth van BOBA komen. Zij leerde me onder andere zelfstandig reizen met het openbaar vervoer en bood me toekomstperspectieven.
Als zij er niet was geweest, zou ik waarschijnlijk in een 24-uursvoorziening zijn beland en weer ver onder mijn kunnen hebben geleefd. Waarschijnlijk had ik hier dan niet kunnen staan en dit verhaal niet kunnen vertellen…

Hoogachtend,

Sarah Morton

* Bron: www.oorvooru.wenst.nl – ’25 dingen die je moet weten voor je je kind op een school in Nederland inschrijft:'”

Pleidooi Frank:

“Beste voorzitter en leden van de geschillencommissie en medewerkers van de school,

Hierbij wil ik graag mijn rol en mijn visie toelichten bij de klacht van de moeder jegens de school:
Met de moeder van Gwen ben ik al tientallen jaren goed bevriend. Daardoor ben ik inmiddels goed bekend met de gezinssituatie en heb ik ook met haar kinderen een goede band opgebouwd.

De moeder ken ik als iemand die te allen tijde voor de volle 100% klaar staat voor haar kinderen, die haar kinderen altijd op de eerste plaats zet, altijd een luisterend oor heeft voor haar kinderen, steeds haar kinderen stimuleert om hun grenzen te verleggen, om nieuwe dingen te leren en om hun angsten te overwinnen.
Ze heeft ook een enorm groot invoelend vermogen en voelt precies aan wat Gwen nodig heeft. Verder ken ik haar als iemand met een groot rechtvaardigheidsgevoel, iemand die houdt van eerlijkheid en eerlijke kansen voor iedereen.
Toen de moeder van Gwen mij in 2015 meedeelde dat haar en Gwen groot onrecht werd aangedaan door de school, heb ik haar dan ook graag geholpen bij het vormgeven van deze klacht.

Wij (drieën) zien het als een plicht om voor de rechten van Gwen op te komen, en Gwen is dan ook zeer blij dat we de problemen, die spelen bij de school, aankaarten.
In de vele communicatie na het conflict, tussen de moeder van Gwen en de school viel het mij op hoe bijzonder veel moeite de moeder heeft moeten doen om eenvoudige, verifieerbare informatie te verkrijgen, zoals het overzicht van de logopedie, of het leerlingendossier van Gwen. Daarom kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de school iets te verbergen heeft.

Ook viel het mij op hoe vaak en indringend er door de school op gewezen werd om een mondeling gesprek aan te gaan en spoedig een andere cluster 4 school voor Gwen te zoeken, zonder eerst de gevraagde informatie eenvoudig te overleggen.
Voor een school die zichzelf een “Excellente School” mag noemen en zegt transparantie van groot belang te vinden, staat dit in schril contrast.

Ik sta dan ook achter het besluit van de moeder dat ze Gwen uit deze kwetsende omgeving gehaald heeft, zodat Gwen niet meer verder psychisch mishandeld kan worden. Een besluit waar de leerplichtambtenaar van de woongemeente en de kinderpsychologe van Gwen volledig achter staan.

Onlangs heb ik een autobiografie gelezen van een schrijfster (“Afwijkend en toch zo gewoon” van Sarah Morton, zij zit hier naast ons) over haar vroegere ervaring op een cluster 4 (toen nog ZMOK) school. De schrijfster was zelf ook met zes jaar gediagnosticeerd met autisme waar op haar school heel verkeerd mee werd omgegaan. Ze werd in haar hele schoolgaande jaren vaak diep gekwetst en ze werd vaak aan onveilige situaties blootgesteld, waardoor ze getraumatiseerd is geraakt en haar de mogelijkheden om zich te ontwikkelen tot een zelfredzame vrouw flink vertraagd zijn. Ik zag in de kinderjaren van de schrijfster veel overeenkomsten met Gwen. Na het lezen van dit boek ben ik er van overtuigd geraakt dat Gwen veel leed bespaard is gebleven door het tijdig ingrijpen van haar moeder.

Je zou denken dat de school helpt om een goede onderwijsplek te vinden voor Gwen. Maar in alle pogingen om een goede onderwijsplek voor Gwen te vinden wordt de zoektocht van de moeder van Gwen tegengewerkt door de school: de gevraagde informatie wordt niet verstrekt, of mondjesmaat en pas na zeer veel moeite.
In pogingen om een onafhankelijk onderwijsbehoefte van Gwen vast te stellen wordt de moeder steeds tegengewerkt door het achter haar rug om doorsluizen van persoonlijke informatie over Gwen.
Dit staat een onafhankelijk advies in de weg. Hoe kan Gwen dan een eerlijk kans krijgen?
Ik begrijp het besluit van de moeder om haar rechtvaardigheidsgevoel en dat van Gwen gestand te doen.
Er restte de moeder niets anders dan een klacht bij de geschillencommissie in te dienen. Dit kost haar zichtbaar zeer veel moeite en veel kostbare tijd. Ik had liever gezien dat ze deze tijd en moeite ten gunste van Gwen had kunnen besteden.

De klacht was echter nodig om Gwen recht te doen. Zonder klacht maakt namelijk Gwen geen kans op een onafhankelijke, objectieve invulling van de juiste onderwijsbehoefte.
Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt, en met “fouten” druk ik mij nog zacht uit. Het siert een organisatie om dat toe te durven geven. Verder kun je veel van je fouten leren door naar de klagende klant te luisteren. Helaas heb ik in de communicatie tussen moeder en school van enige zelfkritiek bij de school tot op heden nog niets gezien.

Aan Gwen heb ik gemerkt dat ze het ontzettend fijn vindt dat ze niet meer naar deze school hoeft te gaan. Ze heeft sindsdien veel meer zelfvertrouwen gekregen, wat haar ontwikkeling een enorme stimulans gegeven heeft. Ze heeft de angst voor ballonnen overwonnen, waardoor ze ontzettend heeft genoten van de carnaval.
Gwen heeft een brede algemene belangstelling en ze is zeer leergierig. Veel kennis heeft Gwen zichzelf eigen gemaakt: bijvoorbeeld de muziekgeschiedenis van Jazzmuziek.
Ook heb ik gemerkt dat er veel meer in Gwen zit dan dat ze laat zien. Bijvoorbeeld tijdens een woordspelletje viel me op dat Gwen al op zesjarige leeftijd lange en moeilijke woorden kon lezen én uitspreken (bijvoorbeeld woorden als ziekenhuis, telefoontoestel).

Wat ik ook bijzonder vind, is dat Gwen zichzelf de Engelse taal aangeleerd heeft, en ze verstaat en spreekt deze taal al bijzonder goed. Ze kan dus verbaal in het Engels heel goed communiceren. Zéker voor een zevenjarige met de diagnose “klassiek autisme” en een achterstand in de spraakontwikkeling. Ik kon dat op die leeftijd in elk geval zeker niet.

Al deze ontwikkelingen sterken mij in de overtuiging dat Gwen veel te laag door de school is neergezet, en dat er veel te weinig wordt ondernomen om alle potentieel uit Gwen naar boven te halen dat in haar zit.
Bedankt voor het aanhoren van mijn visie. Hierbij wil ik mijn verhaal afsluiten.

Frank”