Voor mijn 25ste verjaardag maakte een oma met veel liefde en toewijding een fotoalbum van mijn kindertijd.
Dat riep allerlei herinneringen op. Warme en vrolijke herinneringen en ook trieste herinneringen.
Op mijn jonge babyfoto’s had ik nog niets autistisch. Ik zie een vrolijke baby, met een gezonde kleur. 
Op de foto van mijn eerste verjaardag lijk ik een geestje. De kleur is uit mijn gezicht, net als de lach. Ik ben daar in mezelf gekeerd.

“Dat zijn de vaccinatie’s”, zei een vriend stellig.
Hij verdiept zich al 25 jaar in gezondheid.
Het viel mezelf niet op, ik dacht dat het een momentopname was.
Want op latere foto’s als peuter en kleuter kwam de levenslust wel weer terug. Dan speelde ik bijvoorbeeld met mijn nichtje. Dan weer stoeide ik met mijn vader of ik was op onderzoek uit.
Mijn gevoelsleven was intact. Zelf heb ik er waarschijnlijk niet echt onder geleden. Er zijn veel dramatischere verhalen, van kinderen die na een vaccinatie in het ziekenhuis belandden of die helemaal stopten met communiceren.
Ik leerde gewoon praten en zingen. Op veel momenten leek ik een gewoon kind. Ondeugend en nieuwsgierig. Ook kan ik me niet herinneren dat ik me ziek voelde als kind.
Ik had een band met mijn ouders, al leek ik vaak afwezig.

Hulpverleners zagen vooral het gedrag (de vorm). Hoe ik was van binnen, daar wisten ze niets van en daar verdiepten ze zich ook niet in.
Een voorbeeld: met elf jaar heb ik een cursus voor sociale vaardigheden gevolgd.
Ik vond de juffen wel aardig en vrolijk. De lessen volgde ik met belangstelling.
Toch las ik (jaren later) in het rapport hoe ik in de groep ‘zomaar’ kon beginnen over mijn situatie thuis en op school of over een huisdier dat ik misschien zou krijgen.
Dat ik daarmee de plank missloeg en dat ik hier sterk in afgeremd moest worden.
Brrr.
Dat doet pijn, gezien worden als een probleemgeval. Dat hulpverleners alleen luisterden uit beleefdheid en achteraf niet geïnteresseerd bleken in mijn leefwereld.
Ze hadden op mijn verhaal in kunnen spelen, ik gaf toch nuttige informatie?
Ook stond er in het rapport dat ik vaak niet luisterde. Dit omdat ik vaak een andere kant opkeek.
Voor mij waren luisteren en mensen aankijken twee verschillende zaken. Ik had zelf niet door hoe ik overkwam en mensen spraken me daar ook niet op aan. Wel las ik het later terug in een rapport, zonder dat ik heb kunnen uitleggen hoe het zit.

De eerste tien jaren van mijn leven voelde ik me gewoon een kind. Ik had niet het idee dat er iets met me aan de hand was.
Thuis had ik een gewoon leven. Mijn ouders ondernamen vaak leuke activiteiten met mij en mijn broertje, zoals naar het zwembad of de dierentuin.
In groep vier had ik een leuke juf. Zij was enthousiast en recht door zee. Iedere leerling had een plek in haar hart. Hier kon ik gewoon kind zijn. Dat ik een jaar over mocht doen, daar maakte niemand een probleem van. Het was zoals het was.
Toen ik in de bovenbouw kwam, begon het pesten en buitensluiten. Toen wilde ik naar een andere school, maar ik zou nergens terecht kunnen. De enige optie was een school voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen.

Het is frustrerend als je voortdurend onder je eigen potentieel leeft. Daar worstel ik al bijna mijn hele leven mee. Van binnen voelde ik me vaak sterker dan dat ik naar buiten toe waar kon maken.
Mijn geest was meestal helder, maar mijn lichaam en hersens konden dat snelle begrip en die alertheid nauwelijks bijbenen. Vaak voelde ik me log en sloom.
Tegelijk zie ik mensen lijden die slaapwandelend door het leven gaan. Zij worden vaak boos als ze daarin gestoord worden. Hun kind dat schreeuwt om liefde en aandacht, zien ze als een stoorzender.

Het is pijnlijk als mensen denken dat ik niet goed bij mijn hoofd ben. Tegelijk ben ik dankbaar voor hoe mijn leven gelopen is. Ik woon nu toch zelfstandig en heb een netwerk van gelijkgestemden.
Het had veel erger kunnen zijn. Er zijn ook kinderen die ten onrechte het label ‘verstandelijk gehandicapt’ krijgen en zo nauwelijks ontwikkelingskansen hebben. Velen slijten hun leven binnen een instelling. Het is een vonnis, geen diagnose. Ik heb nog degelijk onderwijs gehad, tenminste op de basisschool.

Om tot mijn recht te komen, heb ik het een en ander gedaan.
Het geven van lezingen, vaak samen met een paar gelijkgestemden. Zo kunnen mensen iets leren van mijn ervaringen.
Zingen op muziek.
Nieuwe mensen leren kennen, mijn netwerk vergroten.
Bij een natuurarts heb ik de vaccinatie’s laten ontstoren. Dit heeft een vriend voor me geregeld. Ook daar knapte ik van op. Emotioneel werd ik stabieler. Ook kreeg ik meer energie.
Ik ben meerdere keren bij een Sjamaan geweest, die me heeft geholpen om trauma’s te verwerken. Zij liet de negatieve energie wegvloeien en vulde me met liefde. Mijn energieveld werd weer zoals het bedoeld was. Ook mensen die eerst sceptisch waren, merkten op: “Je bent veel opener.”
“Je stem is helderder”, of “Je kijkt mensen beter aan.”

Welke remedie effectief is, is voor iedereen verschillend.
Laten we kijken naar de oorzaken van bepaald gedrag in plaats van alleen symptomen bestrijden.
Met gezonde (pure) voeding, een liefdevolle omgeving en een positieve focus kan iemand vaak al erg opknappen.
Kinderen verdienen respect en mensen die oprechte belangstelling hebben voor wie ze zijn en wat belangrijk is voor hen. Zij verdienen een betekenisvol leven.