In een eerder blog schreef ik over het leven van Fay en Ward, mijn twee katten.
Dat kun je hier lezen: Een kattenleven
Nadat Fay was heengegaan, kwam Ward, mijn overgebleven kat alleen te vallen.
Ze waren moeder en zoon.
Zo goed als ik kon probeerde ik hem gezelschap te houden, het leuk voor hem te ma-ken, maar ik kon het gemis van een soortgenoot niet compenseren.
Ward is toch echt een sociale kat.
Het deed me verdriet hem alleen te zien. Bovendien kon hij aanhoudend claimend zijn, hard mauwen als hij aandacht wilde. Het liefst wilde hij de hele dag op schoot zitten.
Droom
Ik had een droom waarbij er een kitten voor mijn deur zat, dat naar binnen wilde. Ik liet hem binnen. Donkergrijs was hij. Hij was speels en gemoedelijk.
Blij rende hij rond, omdat hij een thuis had.
Maar ja, in die droom woonde ik op de begane grond. In het echt was er niet zoveel kans op een aanloopkatje.
Toen vierde mijn oom zijn verjaardag. Hij appte van te voren dat hij een pluizige lo-gee had.
Tot mijn verrassing trof ik daar een klein kitten van maar zes weken oud. Waarschijnlijk zwart, maar doordat die nog zo jong was, leek zijn vacht smoke of donkergrijs.
Meteen moest ik denken aan die droom. Het was weliswaar geen zwervertje, maar hij is wel gered.
Mijn tante (officieel is ze geen tante van mij, maar voor mij is ze een tante) heeft hem meegekregen van een gezin die hem niet meer moest. Het diertje was daar met de fles grootgebracht. Niet omdat zijn moeder overleden was, maar omdat het zo leuk zou zijn voor de kinderen. Daar zat hij in een apart kamertje opgesloten, omdat hij niet gezellig zou zijn. Dat was hij natuurlijk wel.
De eigenaresse wilde hem al naar haar broer brengen, die er ook niet op zat te wachten.
Mijn tante mocht hem zo meenemen. In de woonkamer hebben ik, mijn broer en mijn moeder aardig was tijd met het kitten doorgebracht. Hij was onderzoekend en niet bang. Hij was speels en gemoedelijk, net als het kitten uit mijn droom. Maar misschien zijn de meeste kittens dat wel. Ze hebben hem Peer genoemd.
Het was meteen duidelijk dat hij niet naar mij zou gaan, en dat was oké. Hij paste daar goed. Werd dikke maatjes met de oude kater, die ook weer opleefde. Ze speelden samen.
Gevonden kitten
Ik merk dat er veel naar boven komt als ik dit schrijf, ook vanwege wat er vlak voor de viering van mijn eigen verjaardag gebeurde.
Mijn goede vriend Vardhan stond aan de deur met twee mensen die een kitten op straat hadden gevonden. Een piepklein katje van zo’n zeven weken. Lichte vacht en grote, blauwe onderzoekende ogen.
Ze hadden een vervoersbox nodig, die ik graag uitleende.
Het overviel me een beetje, maar meteen zegde ik toe dat ik voor het katje wilde zorgen. (Natuurlijk rekening houdend met dat het katje misschien vermist wordt. Ik wilde het via de officiële weg regelen.)
De vinders wilde meteen door naar de dierenarts, wat ik ook legitiem vond. Ze zouden het katje daarna naar mij brengen.
De vrouw stond ons redelijk te woord, maar de man deed stekelig en afhoudend.
Beneden aan de flat waren er meer mensen erop af gekomen.
Vervolgens kwam er een dame met een bloedgang aanrijden. Zij was ook op de oproep afgekomen en wilde het kitten ook hebben. Ze zei wel vaker zwerfkitten te hebben opgevangen. De jongste was inmiddels zeven maanden.
Zonder overleg gaven de vinders haar het kitten mee.
Ik heb nog wel telefoonnummers uitgewisseld, maar de dame die het kitten meekreeg, bleek een vals nummer te hebben opgegeven.
Ik heb hemel en aarde moeten bewegen om erachter te komen of het kitten veilig was, ervoor gezorgd werd. Dat was gelukkig het geval. De dame was ermee naar de dierenarts gegaan.
Twee is teveel?
Een maand later stonden er twee kittens op de website van het asiel. Het waren zusjes en zo’n zestien weken oud. En ook nog een schildpadtekening, een van mijn favorieten. Zij waren ook zwervend gevonden.
Ze zaten in een kattenkamer. Daar mocht ik kennismaken. Ze waren speels, aanhankelijk en er leek weinig met hen aan de hand. Ze streken langs mijn benen, lieten zich aaien.
Het was een enorme opsteker dat ik contact kon en mocht maken met de kittens, zelfs vrij uitgebreid. Het ging zo anders als met het eerdergenoemde gevonden kitten.
Van een van de dierenverzorgsters had ik ze mogen adopteren.
Maar mijn goede vriend vond twee katten erbij te veel voor Ward, in mijn kleine appartement. Dat begrijp ik ook wel.
De zusjes van elkaar scheiden vonden we allebei zielig. Ik heb daarom af moeten zien van deze kittens. De verzorgster was lief en begripvol.
Andere leuke katten
Er zijn nog meer katten voorbijgekomen. Enkele die me zijn bijgebleven zal ik hier benoemen. Een leuke, rood met witte kater die was afgestaan aan het asiel. Hij leek op de kat van een goede vriend.
Ook hij was aanhankelijk. Ook was hij beleefd. Toen we stonden te praten zat hij geduldig af te wachten in een kooi. Alsof hij zei: Alles is goed. Welke keuze jullie ook maken, ik respecteer deze.
Maar een zelfverzekerde kater leek me geen goede match voor Ward, dat zou hij misschien als bedreigend ervaren. Ik vermoedde dat hij een poes eerder zou accepteren.
Ik had er alle vertrouwen in dat deze leuke kater zo een huisje had gevonden. Inderdaad had hij binnen een week al een thuis gevonden.
Via een kattenorganisatie was er een leuke herplaatser: Flamenca.
Een cyperse poes die volgens de omschrijving een Sociale Vlinder was.
Ze is lief en gezellig.
Met de dame had ik een goed contact. We zaten op een lijn.
Omdat er meer geïnteresseerden waren, had ik beloofd om uiterlijk de volgende dag te laten weten of we tenminste zouden komen kijken.
Het was niet naast de deur. Mijn vriend en ik lagen de volgende dag allebei in de lappenmand, ik omdat ik een tandartsbehandeling had gehad. Waardoor we overhaast het hebben afgezegd.
Achteraf hebben we daar een klap van gehad. Het voelde heel verdrietig, omdat een goede match leek.
Vertrouwen
De tijd begon wel te dringen. De angst drong zich op dat Ward het niet meer mee zou maken, dat er een vriendje of vriendinnetje bijkwam.
Na die rotervaring van het kitten dat mijn huis binnen werd gedragen en vervolgens aan iemand anders werd meegegeven, had ik ook een beetje het vertrouwen verloren dat iemand mij een kat zou toevertrouwen.
De keren dat iemand me dat vertrouwen gaf, gebeurde er iets waardoor het niet doorging. Of het was toch geen goede match.
Daarnaast baalde ik dat ik op een kleine flat woon. Ik wilde een kat zo graag het beste thuis bieden, een geweldig leven geven en voelde me op voorhand bezwaard.
Een leuke kat in de opvang
Ik heb gereageerd op een (kruising) Blauwe Rus. Niet dat ik per se op zoek was naar een raskat, maar omdat die vaak sociaal zijn naar andere katten. Er kwamen veel reacties op en deze had ook zo een gouden mandje. De dame wees me erop dat er nog meer leuke katten in de opvang zitten. Daar had ik wel interesse in.
Ze stuurde twee foto’s van een poes met smaragdgroene ogen. Een mix van cypers en lapjes. Door de gemarmerde vachttekening, leek het ook een beetje een schildpad.
Het belangrijkste was dat ze (volgens de opvang) lief en sociaal is naar andere katten. Ze verbleef momenteel op een kattenkamer en dat ging goed.
Cherie
Ik mocht een naam voor de kat bedenken. Meteen dacht ik aan Cherie, uit een boek met een gelijknamige kat. Dat vond ik goed passen bij haar persoonlijkheid.
Het mooie is, Cherie lijkt een mix van verschillende katten die ik moest laten gaan. En ook nog knap uitgevallen!
Op dat moment zat ze nog in Griekenland. Ze was zwervend en moederziel alleen aangetroffen bij een schoolgebouw. In Griekenland struikel je bij wijze van spreken over de zwerfkatten.
De kans op adoptie in eigen land is daar nihil. Vandaar dat kattenorganisaties ze verplaatsen naar Nederland, België en Duitsland.
Het betekende veel voor mij dat iemand die me niet eens kent me een kat wilde toevertrouwen. Het contact was open en begripvol.
Voor mij voelde het wel als een sprong in het diepe, een kat adopteren die ik niet eerst kon bezoeken. Tegelijk had ik vertrouwen dat dit een goede match was. Dit was wat ik zocht voor Ward.
Het ging nog bijna mis. Vardhan vroeg waarom ik voor een kat ging die ik niet eerst kon zien. Ik wist ook niet wat me bezielde. Waarom week ik van mijn eigen voornemen af?
Zelf snapte ik het niet eens, laat staan dat ik het kon uitleggen. Behalve dat dit gewoon een goede match leek. Tegelijk wilde hij niet dat ik deze kat mis zou lopen. Het alternatief was weer verder zoeken naar een kat, wat veel tijd en ook brandstofkosten zou vergen. Ook hij dacht dat zij goed bij Ward zou passen. Hij vond het trouwens ook een plaatje om te zien.
Uiteindelijk gaf hij groen licht.
Adoptie
Cherie haar vlucht was al geboekt. Er was een datum. Ik telde de dagen af. De angst bleef dat het weer op een of andere manier niet door zou gaan. Pas toen ik de adoptieovereenkomst had ondertekend was het definitief.
Voor een kat is het natuurlijk ook een heel ding, naar een ander land worden verscheept. Zou ze hier wel kunnen aarden.
Met mijn goede vriend Vardhan zou ik haar ophalen op Schiphol. Daar kwam ik wel vaker. Er waren wat obstakels. Zo duurde het een uur langer om alle dieren door de pro-cedure te loodsen, waardoor de begeleiders later op de afgesproken plek waren.
Via de Whatsapp groep werden we keurig op de hoogte gehouden van het proces.
Ik herkende Cherie meteen, toen ik haar kreeg aangereikt in haar reistas. Er was meteen een klik. Ze leek helemaal niet bang, eerder onderzoekend.
De rit naar huis verliep rustig. Ik had haar in de reistas op schoot.
Thuis
Mijn slaapkamer had ik van tevoren ingericht met kattenbenodigdheden, zoals eten en water, een slaapplek, een krabpaal en een kattenbak.
De reistas ging open. Onderzoekend kwam haar kopje tevoorschijn. Een moment voelde ik een diep geluk en ontroering. Mijn kindje.
Al snel ging ze de kamer verkennen. Tegelijk zocht ze naar schuilplekken.
De eerste nacht kon ik moeilijk slapen. Behalve dat zij erg actief was, was het voor mij ook spannend, een nieuwe huisgenoot. Zou de introductie wel goed gaan? Zou het werken met Ward?
Het geluk lag letterlijk aan mijn voeten. Dan werd ik wakker en lag zij aan mijn voeteneind.
Het heeft weken geduurd voordat het besef echt landde, dat Cherie hier mag blijven. Vanaf het eerste moment voelde ik een klik, maar het voelde alsof ze hier logeerde. Steeds bleef de angst dat ze bij me weggehaald zou worden. Niet door de kattenorganisatie hoor. Die hebben hun vertrouwen gegeven en de adoptie is definitief.
Introductie
De introductie verlies redelijk rustig. Ik heb Cherie eerst in een aparte slaapkamer gehouden, wat ook dringend geadviseerd wordt.
Je moet twee katten die elkaar niet kennen nooit meteen bij elkaar zetten.
Eerst naast elkaar, als een soort buren. Dat ze wennen aan elkaars aanwezigheid zonder directe confrontatie.
Ook als er geen andere huisdieren zijn wordt geadviseerd om een kat in een afgesloten ruimte met de benodigde spullen zoals mandje, eten, water, kattenbak en krabpaal te laten wennen.
Voor een kat kan een heel huis onoverzichtelijk en bedreigend zijn, waardoor die zich gaat verstoppen. En kat geeft zelf aan wanneer hij de rest van het huis wil verkennen. Bij Cherie gebeurde dit al binnen een dag, dus liet ik haar ook in de gang. Dat stemde tot tevredenheid. Nu konden Ward en zij elkaar ook zien. Er werd wat gestaard en geblazen, maar verder gingen ze hun eigen gang.
De volgende dag liet ik haar een paar minuten in de woonkamer. Dat leidde wel tot wat geblaas en gebrom.
Toenadering
Al na een paar dagen kon ik de deur een paar uur open laten. Dan borstelde ik Ward bijvoorbeeld in haar bijzijn, zodat hij merkt dat het leven en vooral de fijne dingen gewoon doorgaan.
Ze kwam eerst niet op de bank. Ik dacht dat het geen schootkat was.
Maar het bleek dat ze Ward de ruimte gaf. Naarmate ze vertrouwder werden met elkaar, kwam zij ook dichterbij. Dan kan ik ze tegelijk borstelen. En het geeft een gevoel van genegenheid.
Alleen soms kan Cherie in een speelse bui uithalen, waarna Ward blaast en wegloopt.
Gelukkig is geen van beiden offensief. Als katten eenmaal gevochten hebben, dan worden ze niet makkelijk nog vrienden, als dat überhaupt nog mogelijk is.
Gelukkig is er nooit zoiets voorgevallen tussen hen.
Binnen een week veranderde hun behoedzaamheid in nieuwsgierigheid.
Nu en dan lopen ze achter elkaar aan of knuffelen ze aan elkaar. Ze hebben zelfs kortstondig tegen elkaar aan gelegen.
Ward lijkt op te fleuren.
Hij volgt aandachtig haar capriolen en komt zelf ook meer in beweging. Hij loopt meer rond en is alerter. Hij doet minder oud en ingedut aan.
Hij lijkt inderdaad minder eenzaam, waardoor hij minder mijn aandacht opeist.
Je ziet wel duidelijk het verschil in leeftijd en energie. Maar soms rent hij ineens door de gang, wat hij in tijden niet gedaan heeft.
Cherie past hier goed
Cherie heeft meerdere kanten. Ze kan speels zijn als een kitten en heeft ook zeker de charme van een kitten. Vooral de kattentunnel vindt ze geweldig. Daarnaast gebruikt ze de tunnel ook als rustplek, terwijl er meerdere slaapplekken zijn. Zo leuk om te zien. Soms is ze aan het worstelen met de tunnel alsof het een slang is.
Of ze is in de weer met een speelgoedmuis. In bijna elk klein voorwerp ziet ze wel een speeltje of een prooi. Ze speelt wel een paar uur per dag. Gelukkig raakt ze niet snel uitgekeken op wat ze al kent. Ze lijkt dit huis als een speeltuin te zien. Ze past hier goed.
Cherie heeft meerdere kanten. Ze is spontaan en onderzoekend en kan ook voorzichtig en bedachtzaam zijn. Ze respecteert Ward zijn ruimte, zal niet bovenop hem springen.
Steeds vaker ligt ze ontspannen op mijn schoot te spinnen.
Vardhan is ook dol op haar. Waar hij aan het begin nog bezorgd was dat ze te ‘wild’ is, merkt hij ook dat ze hier goed past en dat het huis (weer) compleet voelt.
Hij is blij wanneer zij hem komt begroeten. Als hij langskomt, vraagt hij meteen naar haar.
Ik hoop dat Cherie en Ward nog meer naar elkaar toetrekken.
Dit verhaal krijgt zeker nog een staartje 😉
Reacties