Dit jaar gaat de ‘Autismeweek’ over (het belang van) bewegen.
Bewegen is van levensbelang. Voor kinderen (met en zonder autisme) is bewegen inherent aan leren en zich ontwikkelen, zowel psychisch al fysiek.
Kinderen grote delen van de dag dwingen om stil te zitten, houdt dus in hun ontwikkeling beschadigen. Zij zijn vatbaarder voor angsten, depressies en aanvallen van woede.
Kinderen die uren per dag in de weer kunnen zijn en vrij kunnen spelen en bewegen, zijn opgewekter, stabieler en veerkrachtiger voor tegenstagen.
Uit onderzoek is ook gebleken dat schijnbaar nutteloze bewegingen als wiebelen, goed zijn voor de hersens en dat kinderen zich beter op een schooltaak kunnen concentreren.
‘Stimmen’ is dus zeker geen nutteloos gedrag dat afgeleerd moet worden, maar heeft een functie.
Bewegingen als fladderen, in de rondte draaien en door het huis huppelen, worden vaak gezien als ongewenst, als iets dat afgeremd moet worden.
Maar voor kinderen met autisme zijn dit manieren om spanningen te ontladen, prikkels te verwerken dan wel om plezier uit te drukken.
Door het stimmen toe te laten en te accepteren, leveren een bijdrage om gedragsproblemen (zoals woede-uitbarstingen en zelfverwonding) te voorkomen.
Leer het kind dus niet om zich te schamen voor autistisch gedrag, maar heb er vrede mee en leer het kind dat het goed is zoals het is.
De enige goede reden om minder of niet te stimmen is dat wanneer het kind volmaakt ontspannen is en geen impuls heeft om te fladderen of wiebelen.
Wanneer het kind leert zijn impulsen te onderdrukken, kropt het eigenlijk spanningen op en die worden juist sterker.
Van kinderen met autisme is bekend dat ze vaak houterig zijn, gespannen spieren hebben en een zwakke motoriek hebben. Dat heeft deels te maken met hun manier van informatie verwerken. Informatie komt vaak gedetailleerd binnen, in plaats van in grote lijnen. Ze voelen dan niet goed hoe hun ledematen zich tot elkaar verhouden.
Daarnaast hebben ze meer stress dan het gemiddelde kind, zeker als ze al jong leren om zich aan te passen en niet autistisch te lijken.
Het valt mij daarbij op dat hoe meer een kind geleefd wordt, dus hoe minder vrij het kan bewegen, hoe houteriger te motoriek wordt.
Een kind dat een paar uur per dag in wagentjes wordt rondgereden, is veel ‘stijver’ dan een kind met precies dezelfde aanleg en leeftijd dat vrijuit kan rennen en spelen.
Veel kinderen met autisme zitten twee uur per schooldag in een taxi-bus. Zelf ben ik vanaf mijn twaalfde aangewezen geweest op taxi-vervoer. Een uur heen en een uur terug per schooldag.
Pas toen ik zeventien en een half was, kwam er begeleiding om zelfstandig te leren reizen. Dat was een van de belangrijkste mijlpijlen in mijn ontwikkeling. Maar nog altijd draag ik de sporen van de jaren dat ik heen en weer werd gereden. Eind februari 2019 kon ik van de een op de andere dag nauwelijks meer lopen.
Ik bleek een bekkenscheefstand en een ontstoken achillespees te hebben. Elke stap gaf een stekende pijn in mijn hiel.
Daar ben ik voor behandeld, waarbij ik langzaam maar zeker iets beter ging lopen. Ik trof een leuke chiropractor die mijn vooruitgang aanmoedigde. Er was gedeelde vreugde.
De oorzaak van mijn aandoening is nooit bewezen, maar ik voel dat het taxi-vervoer ermee te maken had. Als mijn puberteit in het teken had gestaan van bewegen en sporten, had ik een heel ander lichaam gehad.
De zwakte in mijn looppatroon (klapvoet) was er al jaren. Nog steeds ben ik aan het revalideren. Gestadig gaat het vooruit. Bijna elke dag wandel ik met een goede vriend. Meestal rond de 10.000 stappen (ik heb een stappenteller).
Als ik een paar dagen wat minder beweeg, merk ik meteen een ongedurigheid. Ook lijk ik dan minder kracht in mijn benen te hebben.
Veel mensen gaan beweging vermijden. Hoewel dat begrijpelijk is, is dat het meest funeste wat je kunt doen, want dan takel je alleen maar verder af.
Zelfs toen ik nauwelijks kon lopen, ben ik doorgegaan met Krav Maga (een zelfverdedigingstraining). Ik heb letterlijk gevochten voor mijn bewegingsvrijheid.
Voor opgroeiende kinderen is het helemaal belangrijk om aangemoedigd te worden om lichamelijk actief te zijn, in plaats van gemaand te worden om rustig aan te doen. Ook of juist als je een druk leven hebt. Laat hen bijvoorbeeld dansen op muziek. Laat kinderen buitenspelen, in plaats van achter een scherm zitten. Regent het buiten pijpenstelen? Doe binnen spelletjes waarbij het kind lichamelijk actief is, zoals verstoppertje, stoeien of een kussengevecht. Als het kind er maar plezier in heeft.
Beweging vormt bouwstenen voor zijn fysieke en emotionele ontwikkeling.
Reacties