Foto door Kim Coenen, Wereld van Autisme

Citaat voorwoord Kreiger:

‘Dit boek geeft een duidelijke en heldere inkijk in de ontwikkeling van haar 

jonge leven en de titel dekt ook helemaal de lading; als je een spectrumdiagnose krijgt wil dat niet betekenen dat je moet leren wat vrolijkheid is, wat verdriet ook alweer betekent; hoe je boos moet zijn, hoe je eerlijk moet zijn, dat het mogelijk is van iemand te houden; dat is allemaal aanwezig en functioneert uitstekend.’

Bij oma en opa thuis

Veilige jeugd

Mijn prille jaren waren relatief veilig en onbezorgd. Thuis was een veilige haven. 

“Ik hield van het leven en het leven hield van mij”
Natuurlijk had ik mijn kinderangsten en waren er ook verdrietige momenten, maar er waren nog geen grote incidenten. Met vier jaar kreeg ik een broertje. Tijdens het kraambezoek stond ik samen met mijn nichtje boven het bedje gebogen. Meteen was ik vol van hem. 

Als gezin deden we vaak leuke dingen, zoals naar de grote speeltuin of naar het zwembad. 

Onze juf!

Gelukkig kreeg ik in groep 4 een leuke, betrokken en enthousiaste juf, waardoor ik gewoon op mijn school kon blijven. “Wij waren haar leerlingen en zij was onze juf!”, schrijf ik trots in mijn boek. Ik sloot vriendschappen en had een relatief onbezorgde tijd. Het leren was een worsteling, toch denk ik met warme gevoelens terug aan die tijd. Juf Lily kon trouwens ook wel eens scherp of chagrijnig zijn. Zo zei ze weleens: “Kijk me aan als ik tegen je praat.”
Toch had ik nooit het gevoel dat ze me mij probeerde te veranderen. Over het algemeen mocht ik zijn wie ik was, al begreep ze niet alles. 

Raar kind

Heel anders was dit in de bovenbouw. Pas daar voelde ik me een raar kind.  Ik werd gepest. Klasgenoten zagen mijn kwetsbaarheid en begonnen te joelen, expres harde geluiden te maken, zoals op mijn tafel te slaan na de pauze als de juf of meester nog niet terug was in de klas. 

Lees het hele artikel op Boekrecensiesblog:

Mogen zijn wie je bent – Sarah Morton