Bron: http://www.patientervaringsverhalen.nl/boekrecensies20103/mrotoncollison.pdf

Autiobiografische roman van Sarah
Morton, waarin zij uitgebreid ingaat op voorvallen op een school voor Zeer Moeilijk
Opvoedbare Kinderen (ZMOK) , het Curium. Met dit boek wil ze de lezer mee laten
beleven hoe een onbekwame school leerlingen kan kwellen en regelrecht verpesten.
En daarbij zegt ze dat slechte scholen niet bestaan, alleen slechte mensen. Vrij
uitgebreid, goed leesbaar boek. Geschreven vanuit het perspectief van hoofdpersoon
Sarah.
Over de schrijfster: Sarah Morton (1987) groeide op in een gezin met een
stiefvader, moeder en een vier jaar jongere broer David. Ze had een andere
biologische vader met wie ze vanaf haar 16e contact onderhoudt. Haar moeder en
stiefvader besloten te scheiden toen Sarah 8 jaar was. Bij haar stiefvader kreeg Sarah
nog een ‘halfzusje’. Bij Sarah werd op 6-jarige leeftijd een autistische stoornis
geconstateerd. Zij ging naar een gewone kleuterschool en lagere school om vervolgens
over te stappen naar een school voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen (ZMOK) ,
het Curium. Ze volgde verschillende cursussen en is nu bezig met een MBO opleiding.
Zij begon al met schrijven toen zij op het Curium zat en heeft nu drie boeken
geschreven. Dit boek, Afwijkend en toch zo gewoon ( 2008) en Collision
Engagement. ( 2010) Zie verder : http://www.dus-sarah-morton.nl
Korte Beschrijving: In Collission. De Catastrofe beschrijft Sarah Morton
(pseudoniem), hoe ze overleeft op de school voor ZMLK waar ze naartoe wordt
gestuurd. Aanvankelijk lijkt het goed te gaan, maar al gauw krijgt ze last van dingen
die ze ziet en maakt ze dingen mee die haar schokten. Ze ziet docenten vaak verkeerd
handelen en dat kan Sarah niet uit haar hoofd krijgen. Met name één docent spoort
niet, dendert over de leerlingen heen, terroriseert kinderen, scheldt ze uit en benadert
Sarah en anderen met onstuimige opdringerige bewegingen: Gustaaf Straker, door
diverse leraren stiekem dictator genoemd. Hij is op school dominant aanwezig. De
leerlingen haten en vrezen hem, hij schreeuwt tegen hen, geeft Sarah de bijnaam
Maxima, iets wat haar frustreerde, en toont weinig empathie voor de leerlingen.
Ze verzint overlevingsstrategieën, is niet op haar gemak en voelt zich niet veilig op
school. Sarah beschrijft minutieus waarom niet. Zodanig, dat het haar leren en
schooltijd op deze school negatief beïnvloedt. Een docente van een andere groep,
Luka Jarvi, vertrouwt ze wel. Deze docente maakt haar leven op school aangenamer
en draaglijk. Luka benadert haar en andere kinderen vriendelijk en betekent veel voor
Sarah. Sarah beschrijft waarom Luka een rustpunt voor haar is en hoe ze tegen haar
aankijkt. Ze maakt het verschil tussen een verkeerde en goede dag op school. Maar
Luka wordt ziek, krijgt een burn-out en is lange tijd van school. Ze wil met niemand
van school contact hebben, want dat kan ze niet aan. Als uiteindelijk iemand van de
docenten naar haar toe gaat blijkt dat Gustaaf Straker te zijn.
Wat viel op: Ik vond het verbazingwekkend om te lezen dat docenten in het ZMOK
Sarah zo weinig begrepen en dat hun houding maakte dat ze zich onveilig voelde.
Sarah’s perspectief is heel duidelijk in dit boek, waarin ze uitgebreid ingaat op talloze
gebeurtenissen. En net als bij haar vorige boek ben ik weer benieuwd naar hoe
leerkrachten die Sarah les hebben gegeven op dit boek zouden reageren. Het
bijzondere onderwijs is er toch voor om onderwijs ‘op maat’ te leveren en haar
leerlingen op hun gemak te stellen.
Citaten: Pag. 12-13: ‘Velen zullen nu denken: er zijn toch wel ergere dingen dan dit?
Die waren er ook zeker. De leraar is zeker ook levenslustig, alleen niet op de fijne
manier als Luka dat is. Hij heeft zijn energie onder andere benut om Sarah te zieken.
Het begon ermee dat hij haar stelselmatig de bijnaam ‘Maxima’ gaf, terwijl Sarah
niets moest hebben van de prinses. (…) Niet veel later had Gustaaf nog iets anders
bedacht. Iets dat nog erger was… In een pauze had Sarah een korte woordenwisseling
met hem, allebei staand op het VSO-plein. (…) Net daarna, misschien enkele dagen,
was Sarah buiten aan het rondrennen, haar gebruikelijke manier om de pauze door te
brengen. Het had een ontspannen manier moeten zijn. Ze kwam per ongeluk langs
een houten zitbankje waar Gustaaf op zat. Hij schoot vanuit het niets op haar af, als
een veer die opspringt…! In een reflex ontweek ze zijn ‘aanval’ met een fractie van een
seconde die ze had. (…) De gedachte alleen al aangeraakt te worden door hem doet
haar rillen van afgrijzen.’
Pag. 64: ‘Anne’s hele houding is afwerend en ze zit in elkaar gedoken. (…) Gustaaf
gaat aan haar zitten, niet aan intieme plekken, maar toch… Het ziet er letterlijk uit als
kneden. Als Sarah met eigen ogen ziet wat haar zelf ook had kunnen overkomen
destijds, roept Gustaaf: “Sarah, ga eens iets voor jezelf doen.” Ze voelt zich een
slappeling en een lafaard dat ze ook nog gehoorzaamt. (…) Daarna gaat hij weer naast
Anne- Marie zitten en zet zijn handtastelijkheden voort. Anne- Marie is zo vernietigd
dat ze tijdens het omkleden lusteloos en depressief blijft zitten.’
Pag.95: ‘Luka is weer buiten te vinden voordat Sarah in de taxi zit of zelfs al onderweg
naar huis is. Sarah kijkt naar die bijzondere vrouw, die energiek rondstapt. Ze ziet dat
Luka een arm om een jongen heen slaat, vertrouwelijk en met liefde. En terwijl ze het
binnen laat komen, krijgt ze een overweldigende vrede en warmte om zich heen.’