Bron: http://www.patientervaringsverhalen.nl/boekrecensies20103/mortoncollision2.pdf

Soort boek/stijl/ziekte/ aandoening: Autobiografisch verhaal van Sarah
Morton, een vrouw met Autisme, het vervolg op Collision De catastrofe( 2008). Zij
gaat in dit boek uitgebreid door op voor haar belangrijke ervaringen die ze had
gedurende de periode dat zij op een school voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen
(ZMOK). In haar eerste boek, ’Afwijkend en toch zo gewoon ’ (2008), gaf zij aan hoe
het was om als kind met autisme op te groeien. Sarah Morton wil bereiken dat haar
lezerspubliek inzicht krijgt in hoe opvoedkundige problemen door een kind met een
autisme spectrum stoornis wordt beleefd. Geschreven vanuit het perspectief van
hoofdpersoon Sarah. Goed leesbaar.
Over de schrijfster: Sarah Morton (1987) groeide op in een gezin met een
stiefvader, moeder en een vier jaar jongere broer David. Ze had een andere
biologische vader met wie ze vanaf haar 16e contact onderhoud. Haar moeder en
stiefvader besloten te scheiden toen Sarah 8 jaar was. Bij haar stiefvader kreeg Sarah
nog een ‘halfzusje’. Bij Sarah werd op 6-jarige leeftijd een autistische stoornis
geconstateerd. Zij ging naar een gewone kleuterschool en lagere school om vervolgens
over te stappen naar een school voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen (ZMOK) ,
het Curium. Ze volgde verschillende cursussen en is nu bezig met een MBO opleiding.
Sarah woont nu in een eigen woonruimte en doet vrijwilligerswerk voor de stichting
Positieve Nood . Zij begon al met schrijven toen zij op het Curium zat en heeft nu drie
boeken geschreven. Dit boek, Collision De catastrofe( 2008) en ’Afwijkend en toch
zo gewoon ’ (2008) Zie verder : http://www.dus-sarah-morton.nl
Korte beschrijving: Dit is het vervolg op ‘Collision De catastrofe’. Sarah Morton
beschrijft in dit boek haar laatste jaren op het Curium waarin ze stage gaat lopen. Nog
steeds is Sarah vol van een docente die ze aardig vond, Luka, die ziek werd, burnedout
raakte. Sarah beschrijft hoe ze haar mist en maar geen contact met haar krijgt. Op
haar kaarten en cadeautjes wordt door Luka niet gereageerd. Voor Sarah is het
moeilijk om zich staande te houden op school zonder de steun die Luka voor haar
was. Dat wordt iets beter als ze Luka af en toe weer op school ziet komen.
Ondertussen heeft ze moeite met de manier waarop de leerkrachten met haar en de
andere leerlingen omgaan, met afspraken die niet worden nagekomen en het spreken
óver leerlingen zonder dat samen mét hen te doen. Ook een vaak nogal ruw of
onbegrijpelijk optreden van docenten en de strijd met leraar Gustaaf Straker die nog
lang doorgaat met het vertrouwen van Sarah schaden. Ze krijgt begeleiding van Nina,
met wie ze het goed kan vinden. Maar ook Nina wordt ziek en valt dan weg.
Ze beschrijft uitgebreid waarom ze helemaal opgebrand raakt. Voelt zich nergens bij
horen en krijgt niet de stageplekken die ze graag zou willen hebben. Wat ze het meest
plezierig vond op school was kinderen in een andere klas begeleiden en zo een
schooljuffrouw helpen, iets wat haar goed afgaat. Dat beschouwde ze zelf als haar
echte stage. Sarah heeft het idee dat veel leerkrachten haar niet echt zien en haar
gedrag anders interpreteren dan dat zij dat zelf doet. Daarover kan ze niet goed met
hen communiceren. Ze heeft het dan ook erg moeilijk. Daar komt nog bij dat ze de
school verlaat zonder écht diploma. Ook de vanzelfsprekende band met haar vader
krijgt een knauw als hij gaat samenwonen met Louise omdat blijkt dat hij veel aan
Louise doorvertelt. Met een nieuwe eigen begeleidster, Dora, betaalt vanuit een PGB,
krijgt Sarah een nieuwe vertrouwensband. Dora leert haar onder andere zelfstandig
naar school gaan, en zoekt samen met Sarah uit hoe het met Luka gaat. Uiteindelijk
krijgt Sarah een brief van Luka die alles verklaart.
Wat viel op: Bij Sarah’s vorige boek schreef ik dat ik me verbaasde over de
houding van de leerkrachten op een ZMOK en dat Sarah zich daar zo onveilig moest
voelen. Dat blijft overeind staan, ook bij dit boek. Sarah’s perspectief is heel duidelijk
ze legt uit waarom de brief van Gustaaf waarin hij toelicht waarom hij optreedt zoals
hij dat doet, niet voldoende voor Sarah is. In de brief die Luka Sarah stuurt schrijft
ook Luka dat ze moeite heeft met de houding van de leerkrachten op het Curium. Ik
zou geïnteresseerd zijn in een discussie over die houding en hoe het anders zou
kunnen.
Citaten: Pag.71: ‘De beroepentest. Precies wat ze al vreesde:het eerste gedeelte gaat
om invullen ‘wat je later wil worden’. Er is een eerste keus, tweede keus. Het gaat
door tot de zesdekeus. Els probeert haar gerust te stellen. “Zes is erg veel. Je hoeft ze
niet allemaal in te vullen.”Sarah wil juist de éérste keus niet invullen. Het
onvermogen om te zeggen wat ze van Els vindt, maakt de vernedering compleet. Net
of ze de beschuldigingen van Els onderstreept. Minutenlang zit ze peinzend over de
test gebogen. Besluiteloos. Om uiteindelijk de tweede en derde keus in te vullen. Miss
Bezwaar wijst haar erop dat het toch erg handig zou zijn dat ze weet wat haar eerste
keus is, omdat het toch om haar toekomst gaat. Maar waarom zou je invullen, als je
keuzemogelijkheid toch beperkt is?
Pag.175: ‘ Er was een kind dat huilend en jammerend de klas weer in kroop. De
hulpjuf blafte hem af, van boven als een kwade Godin. Dat jochie kroop nog
ellendiger terug de gang op, als een geslagen pup. Uitgesloten van de roedel. Zo’n juf
vraagt erom met een kruk te worden bewerkt. Zou het in Gustaaf opkomen de situatie
die aan een uitbarsting vooraf gaat eens goed te bekijken? Of dat sommige van zijn
collega’s zelf zo gewelddadig zijn: een leerling door elkaar schoppen en slaan of zelfs
bij de keel grijpen. Het kind schijnt de schuld te krijgen. Alleen moet Sarah bekennen
dat er omstandigheden zijn waarin het het beste is, als een kind een time-out krijgt.’
Pag.190:’Voor een handvol schoolverlaters houdt de school een toespraak. Leerlingen
met een succesverhaal, die bijdragen aan de reputatie van dit oord, staan in het
middelpunt van de belangstelling. Sarah is geen succesverhaal, haar tijd op school
blijft verzwegen, al helemaal wat voor strijd ze heeft gevoerd.’
Pag.209 (Uit de laatste brief van Luka): ‘Ik wil niet terug naar mijn oude werk. Ik ben
het helemaal met jou eens dat veel van wat daar gebeurde, helemaal fout was. Op een
paar uitzonderingen na, vond ik de leerkrachten daar niet de juiste mentaliteit en
manier van lesgeven hebben, die kinderen als jij en de rest nodig hadden. En volgens
mij is er nog niets verbeterd.’